maandag 21 december 2009

Werkbezoek Growing Power deel 2












































Growing Power is gesitueerd in een van de wijken van Milwaukee.
Milwaukee heeft een landklimaat, wat zorgt dat de zomers warmer zijn dan hier en de winters een stuk kouder.

Verwarmen van Kassen

Bij Growing Power hebben ze een aantal manieren om hun kassen en dus hun gewassen te verwarmen.
1- verwarming met gas (niet zo bijzonder)
2-verwarmen dmv een waterbuffer, welke onderdeel is van een Aquaponicssysteem (zie latere blogpost)
4-verwarmen met de aanwezigheid van dieren (zie latere blogpost)
3-verwarmen met hot-mix.

Op de hot-mix zal ik deze blogpost inzoomen.

een hot-mix is een combinatie van producten die dmv het composteringsproces warmte voortbrengt.
Op zich niets nieuws onder de zon, maar....

In een eerdere blogpost heb (zie ook downloads) heb ik het compostverhaal uitgelegd.
Als enigszins vakidioot is dit een beetje de hogerewiskunde versie geworden, daarom zal ik hier de simpele variant even kort schetsen.

composteren voor Dummies:
neem van diverse afvalstromen 70% sterk stikstof houdend materiaal als GFT afval en meng deze met 30% sterk koolstofhoudend materiaal als houtsnippers.
Breng dit in lagen om en om op tot dat je ongeveer een kuub hebt. Houd dit goed nat en controleer door bv een stalen pijp de temperatuur.
Gaat de temperatuur om laag, zet de hoop dan om.

Nu volgt het Hot-mix verhaal:

Ipv een verhouding van 70-30 wordt er voor hot-mix een verhouding van 50-50 aangehouden.
Bij Growing Power gebruiken ze hiervoor;
50% bierborstel in combinatie met gebrande koffiebonen
en 50% houtsnippers.



Deze worden op hopen aangebracht tegen de wanden van de tunnelkassen, waar ze dienen voor isolatie.
Daarnaast wordt er in de 4 hoeken van de kas nog een dergelijke hoop aangebracht.

Dit zorgt ervoor dat de temperatuur enigszins op temperatuur blijft, al worden er bij hele koude nachten de gewassen met plastic extra afgedekt.


Nog een bijkomend voordeel van composteren met hotmix in de tunnelkas is de uitstoot van CO2. Ja CO2 een geweldig gas, waar we in de tuinbouw ontzettend blij mee zijn.
Planten hebben nl een grote behoefte hieraan om te groeien en ze doen het hier dus ook goed op.
CO2 is dus niet altijd een probleem, maar ook een kansgas. Mits uiteraard goed ingezet!

Werkbezoek Growing Power Deel 1


Op 29 november heb ik in dit blog de intentie opgeschreven om van ons werkbezoek Growing Power een dagelijkse Blogpost te maken, gezien het belabberde internet, maar misschien nog wel meer onze energie na het einde van een dag werken, de socliale verplichtingen en nu het verwerken van alle informatie in een bedrijfsplan. Is deze blog dus ernstig verlaat.

Om alles een beetje leesbaar te houden heb ik ervoor gekozen om hier een meerdelige blogpost van te maken.

Vandaag deel 1

Stad en Land

Growing Power is een van de voorbeeldbedrijven in de wereld als het gaat om stadslandbouw. Het bevreemde ons daarom wel een beetje dat we tijdens onze eerste werkdag op 2 december na een stevig ontbijt met scrumbled egg with Porc en de oer-Nederlandse Liga werden ingeladen in busjes en richting "the rural area" werden gebracht om te oogsten.

Op een locatie zo'n 45 minuten rijden buiten de stad wordt op een locatie van zo'n 8 HA op grotere schaal gecomposteerd (omzetten met BOB-Cat) en vnl akkerbouw achtige gewassen gekweekt.
Vnl. ik was altijd in de overtuiging dat bij GP dit op een heel speciale manier gebeurde, maar wat wij hier zagen was niet anders dan de mij bekende kleinschalige biologische vollegrondsteelt.

Wat wel opviel waren de producten.
Zo hebben we deze dag een soort losse groene kool geoogst die blijkbaar in de VS gretig aftrek vindt. Gezien de Nederlandse markt (mensen eten toch niet graag kool) zou ik deze (wat ondefinieerbare) kool niet snel op deze schaal zetten.
Daarnaast hebben we de bekende spruiten geoogst, maar ook de hier minder bekende Palmkool, welke hier vaak als vergeten groente wordt gepresenteerd maar daar onder de naam Dinosorecole als een regularcrop bekend is.



Al met al een heerlijke dag op het land gewerkt.
tegen de O C, maar met een heerlijk zonnetje

Foto's Antoine Miltenburg

woensdag 16 december 2009

SPIN - Kansrijke teelten voor Rotterdam - deel 1

Vandaag de start van de (al weer 2 maanden geleden aangekondigde) serie over kansrijke teelten voor Rotterdam, zoals die ook op het RO festival werden getoond. Deel 1 behandelt SPIN farming, een teelt die ER-lid Jan Willem van der Schans tegenkwam op een congres in de Verenigde Staten en die inmiddels internationaal als stadslandbouwteelt bekend staat.

SPIN farming (Small Plot Intensive farming) is een manier van voedselproductie die handig gebruik maakt van (tijdelijk) braakliggende stukjes grond in de stad, bijvoorbeeld verwaarloosde achtertuinen of semi-gesloten stukken gazon. Een Spin farmer heeft meestal diverse locaties, die ieder qua gewassen optimaal benut worden, zodat als geheel een breed scala aan assortiment geleverd kan worden. In Rotterdam valt naast achtertuinen en groene restruimtes ook te denken aan daken. Op dit moment doen we onderzoek naar de geschikte locaties.

Spin farming is ontwikkeld door een boer uit Saskatoon Canada, Wally Satzewich, die ontdekte dat voedselproductie binnen de stad een aantal voordelen heeft boven voedselproductie op het platteland: de grondprijs is laag (mensen stellen hun tuin veelal om niet ter beschikking, of in ruil voor een deel van de oogst), er is voldoende water, de temperatuur is meestal een of enkel graden hoger (dus meer teelten per jaar), de afstand tot de markt is kort, etc. http://www.marketgardening.com/wallysmarketgarden/ Wally belevert vanuit een twintigtal lokaties in de stad een mede door hem opgerichte boeren markt http://www.saskatoonfarmersmarket.com/

SPIN farming claimt dat het mogelijk is met een uitgekiende productie en marketing strategie meer dan 50.000 dollar per halve acre te verdienen (oftewel 16 euro per m2). Een goede investering. SPIN farming is daarmee niet zozeer een alternatief wat teeltechnisch afwijkt van andere manieren van (biologische) voedselproductie, maar het is vooral een in bedrijfskundig opzicht afwijkend alternatief, Het gaat vaak om biologische teelt, die evenwel vooral arbeidsintensief in plaats van kapitaals intensief wordt uitgevoerd (kleinschaligheid van de binnestedelijke lokaties verhindert grootschalige mechanisatie). Door handig gebruik te maken van niet of laag geprijsde inputs vanuit de stad, en door strikt te plannen vanuit de behoeften van de markt kan toch een behoorlijk inkomen gehaald worden. De ideeen van Wally zijn uitgewerkt en gesystematiseerd door Roxane Christensen, van het Institute for Innovation in Local Farming is Philadephia, waar ook een SPIN farm operationeel was op het terrein van het drinkwater bedrijf: . http://www.somertontanksfarm.org/

Wat SPIN farming interessant maakt voor Rotterdam is dat het aansluit op de volkstuintraditie van voedselproductie op kleine lapjes grond, maar dat het met zijn nadruk op de stadsboer als zelfstandig ondernemer ook kansen biedt aan startende ondernemers en aansluit op de cultuur van aanpakken in Rotterdam.

Hard, maar gevarieerd werk in de buitenlucht, dat ook inhoudelijk uitdagend is. Eigen baas. Veel contact met je klanten. En wellicht zelfs uitzicht over de skyline van Rotterdam...

Bekijk ook

Een artikel in Trouw van dit voorjaar (zie inzet)

En natuurlijk: http://www.spinfarming.com/

Met dank aan Jan Willem van der Schans.

dinsdag 1 december 2009

Stadslandbouwplannen in Den Haag

In Den Haag begint stadslandbouw wortel te schieten. Op de Foodprint weblog wordt een plan van Annechien Meier gepresenteerd voor een interactieve binnenstadsvolkstuin op een plein in de stad. Zij is al langer bezig met stadslandbouw onder andere middels haar mobiele volkstuin. Met dit project wil Meier een plek in Den Haag realiseren die kan dienen als proeftuin voor het creëren van een uitgebreide ‘groente infrastructuur’ voor de stad.

In het verlengde hiervan heeft de Foodprint manifestatie van Stroom Centrum voor Beeldende Kunsten afgelopen jaar opdracht gegeven voor een aantal ontwerpen die eetbaar groen in en om de stad onderzoeken, zols het Eetbare park van Nils Norman, de Park Supermarkt van Van Bergen Kolpa en Foodscape Schilderswijk van Debra Solomon. Terwijl het ontwerp van Van Bergen Kolpa de (stedelijke) supermarkt projecteert op het platteland van Delfland, richten de ander projecten zich op concrete interventies in de openbare ruimte van Den Haag, zoals het project van Annechien Meier. De binnenstadsvolkstuin, het Eetbare Park en de Foodscape bieden mogelijkheden om de voordelen van landbouw in de stad te verkennen, in samenwerking en uitwisseling met de bewoners van Den Haag. We volgen de ontwikkelingen met belangstelling.